Super speler
Ik kende het niet, het begrip ‘super speler’. Ja, in de zin van een speler die echt met kop en schouders boven iedereen uitsteekt, dat zou je een super speler kunnen noemen. Maar daar ging het in geval niet over. Hier ging het om een speler die als invaller op de bank zat omdat hij in feite ‘boventallig’ was. Toen echter de scheidsrechter van dienst zag dat de ene ploeg, in dit geval WH, echt sterker was dan de gasten uit Garyp, toen er dus zeg maar een ‘oneerlijke’ situatie was ontstaan, WH leidde met 3-0 na slechts korte tijd, greep hij in. Dat betekende dat V en V een extra speler in het veld mocht sturen. V en V kreeg daarmee dus een numeriek voordeel. Nooit eerder gezien moet ik zeggen, maar wat mij betreft een gouden greep, immers het kwam de wedstrijd en tevens de amusementswaarde zonder meer ten goede. Even was ik bang dat die super sub verloren rond zou lopen bij gebrek aan een vaste tegenstander, maar dat gebeurde dus helemaal niet. Blijkbaar waren beide ploegen aan dit fenomeen gewend. Voor de goede orde: in deze categorie wordt éénvaks-korfbal gespeeld en dus zijn beide ploegen zowel aanvaller als verdediger. Het strikte één-tegen-één wordt hier niet in de praktijk gebracht, bovendien wordt er niet afgefloten voor verdedigd schieten. Het enige wat, voorzover ik het kan beoordelen is, nog aanpassing vereist, is dat de coaches buiten de lijnen moeten blijven en dat ze misschien wat minder ‘voorzeggen’. Ik snap wel dat ze het doen, het hoort blijkbaar bij hun instructies, maar echt, het is zinloos. De kinderen weten wel dat de bal door de korf moet en waar die korf staat. Aan de andere kant: die coaches doen hun best, handelen naar beste weten. Het is dus geen kritiek, maar ik heb de indruk dat het niet echt efficiënt is.
fris
Het is nog vroeg en dus fris als ik mij meld op sportpark ‘it Hagehiem’ in Rottevalle, prachtig gelegen en op deze zaterdagochtend nog ‘zo heerlijk rustig’. De beide ploegen waar ik voor kom, thuisclub Wês Handich F-1 en V en V F-1 uit Garyp, zijn al druk bezig met voorbereidende oefeningen. De jongelui, dit zijn gemengde teams, dus veel meisjes en weinig jongens, hebben er zin in zo te zien en te horen. Als de scheidsrechter er ook is, kunnen we beginnen. Vier tegen vier, dus van elk team twee tweetallen en in één vak met twee korven en dat betekent constante actie van alle spelers. Dat beruchte stilstaan in je eigen vak is hier dus niet aan de orde, niet alleen een stuk leuker voor de spelers, maar ook voor de toeschouwers én de fotografen. Meervoud, want je bent tegenwoordig niet meer alleen, van de twee toeschouwers heeft er minstens één een camera bij zich. Maar met een matige telelens maak je van dit soort wedstrijden met niet al te veel moeite hele aardige foto’s, zeker met dit weer. De mist, ‘grûnmist’ om precies te zijn, is al bijna helemaal opgetrokken en de zon begint steeds uitbundiger te schijnen. Prima toeven hier in Rottevalle dus.
eerste helft
Al gauw nadat de fluitist, hij vat zijn taak heel serieus, maar met de nodige humor op, de wedstrijd heeft laten beginnen, wordt duidelijk wat we deze morgen kunnen verwachten. En dat is een duel waar de vonken vanaf vliegen, de spelers gaan er vol voor, het is niet allemaal even gestroomlijnd, maar het enthousiasme maakt een heleboel, zo niet alles goed. Veel overtredingen worden er niet gemaakt en als de scheidsrechter toch een keer moet fluiten, valt dat in de categorie ‘ik koe der neat oan dwaan’. Mooi om te zien is altijd dat als er een speler ‘au’ heeft, zoals collega Jan dat pleegt te noemen, de hele horde komt kijken voor rouwbeklag op de plaats des onheils, dus clubgenoten én tegenstanders. Het is WH dat het initiatief naar zich toetrekt en dat ook de openingsgoal voor z’n rekening neemt: 1-0. En als de 2-0 en de 3-0 daar redelijk vlot op volgen, vindt er driehoeksoverleg plaats tussen de drie coaches, V en V heeft er twee, en de scheidsrechter. En als ik even later het aantal spelers tel, kom ik tot negen. Hè, négen, nog een keer tellen, het is immers nog vroeg en ik weet dat er mensen zijn die pas kunnen tellen als ze koffie hebben gehad. Maar nee, het zijn er echt negen, V en V speelt plotseling met vijf spelers. En dan wordt mij uitgelegd dat er een super speler in het veld is gekomen, een soort super sub dus. Het lijkt een wat vreemde aanpassing van de spelregels, maar als ze even bezig zijn, blijkt dat dit de wedstrijd voor eigenlijk alle partijen aantrekkelijker maakt. En waar WH aanvankelijk de wedstrijd bepaalde qua speelsterkte, daar is nu meer sprake van evenwicht, ook in de score. Het wordt eerst nog 4-0, maar dan komt V en V terug tot 4-3. Ze hebben er duidelijk een schutter bij gekregen en het opvallende, voor mij tenminste, is dat niemand begint over de ‘oneerlijkheid’ van die super speler. De spelers niet en het publiek ook niet en dat laatste valt eigenlijk nog het meest op. Bij rust is het 5-3 en het is op deze manier een echte wedstrijd, dus met gelijke kansen.
tweede helft
Ik ben benieuwd of de verhoudingen nu zo blijven en ik ben vooral nieuwsgierig wat de scheids doet als V en V zeg maar doordrukt naar 5-8. Gaat die superspeler er dan weer uit? Daar kom ik niet uit, het is trouwens ook niet aan de orde, want na een zenuwslopende en zinderend spannende slotfase, waarin het lang 6-6 staat, wint WH uiteindelijk met 7-6. Toch wel een vorm van gerechtigheid vind ik, maar misschien is mijn ‘ouderwetse’ opvoeding daar debet aan. Het is mij niet meegedeeld, maar met deze overwinning blijkt de thuisclub wel degelijk kampioen te zijn geworden. En dus: ‘wy gean op ‘e karre’, de Rottevalster variant van de platte kar zoals die bij het voetbal in zwang is. In dit geval een auto met kar, de laatste voorzien van kindhoge hekken om ongelukken te voorkomen. En dan onder luid getoeter en gezang door het dorp. Zoiets gun je eigenlijk ieder kind, iedereen zou ‘verplicht’ één keer in zijn sportcarrière kampioen moeten worden. Zo’n rit met de platte kar is een ijkpunt, dat vergeet je nooit weer. Mijn sportweekend is in ieder geval in stijl begonnen: prachtig weer, heerlijke wedstrijd!
Binne Kramer