VenV heeft geen kind aan Olympia

BURGUM – V en V was zaterdagavond in sporthal Westermar op alle onderdelen van het korfbal beter dan opponent Olympia. Alleen op het onderdeel strijdlust was de ploeg uit Twijzel op z’n minst gelijkwaardig. De gasten verloren de wedstrijd in feite al in de openingsfase. Bij rust was het met 11-4 in principe al een gelopen koers en eigenlijk was de tweede helft nog slechts een statistische formaliteit. Het werd uiteindelijk 22-10 en die uitslag liet aan duidelijkheid niets te wensen over.

V en V maatje te groot voor Olympia

“We moeten roeien met de riemen die we hebben”, aldus en realistische Olympia-coach José Berkenbosch na afloop van de door haar team dik verloren wedstrijd tegen thuisclub V en V. En daarmee bedoelde ze dat Olympia in deze fase te maken heeft met veel uitvallers en blessures en dan valt het met een niet al te brede selectie niet mee om een winnend team te smeden, zeker niet tegen een goed ingespeelde ploeg als V en V. In dat licht bekeken was de uiteindelijk 22-10 die op het scorebord prijkte toen scheidsrechter Atie Hartenhof voor het laatst floot, een logische uitslag. Olympia had veel te veel kansen nodig om te scoren en omdat die kansen niet als rijpe appelen van de boom vielen op deze zaterdagavond in sporthal Westermar, was nederlaag in feite wel verklaard. V en V was op alle onderdelen van het spel de betere ploeg, behalve op het gebied van strijdlust en inzet, daar waren de gasten op z’n minst gelijkwaardig.

beslist
In feite is de wedstrijd al beslist als Martha van der Kooi er 4-0 van maakt, niet al te lang na het beginsignaal van scheidsrechter Atie Hartenhof die naar mijn smaak wat te veel op de achtergrond blijft. Ze is af en toe niet dominant genoeg waar de situatie daar zo nu en dan nadrukkelijk om vraagt. Het blijft allemaal binnen de perken, dus bloed vloeit er niet uit. De openingstreffer wordt verzorgd door Roel Schipper, de 2-0 is van Lennert Westerhof en de 3-0 krijgt de handtekening van Martha van der Kooi mee. Dan is al duidelijk dat het voor de gasten uit Twijzel een moeizaam avondje gaat worden. Olympia ontbeert aanvallende inventiviteit en moet het wel heel nadrukkelijk hebben van hard werken en inzet. Het grote euvel bij de gasten is het gebrek aan scorend vermogen.

formaliteit
Het wordt 11-4 bij rust en daarmee is de tweede helft wel zo ongeveer verworden tot een formaliteit, alleen nog belangrijk voor de statistiek. Qua kijkspel valt de wedstrijd niet tegen, omdat er met name onder de korven van alles gebeurt en er dus ook van alles te zien is voor de toeschouwers op de tribune. Maar ook in de tweede helft is het V en V dat domineert en bovendien heeft de ploeg van Ronald Klos wél het scorende vermogen dat de gasten zo node ontberen.

rommelig
Het wedstrijdbeeld wordt zo nu en dan wat rommelig als de fysieke duels de combinaties te vaak onderbreken. Olympia speelt een soort korfbal dat merendeels gebaseerd is op kracht, snelheid en de wil om bij de korf te komen. Dat lukt redelijk af en toe, maar dan is er niemand die in staat is om die gecreëerde kansen in treffers om te zetten. En de gasten moet het noodgedwongen zoeken van dichtbij, want van afstand is er niemand bij Olympia die ‘het schot’ heeft.

spannend
Nee, spannend is het niet, al vanaf het begin niet en spannend zal het ook niet worden, in de wetenschap dat het verschil steeds verder oploopt. Het wordt 15-5 en 17-7 en als Dieke Hoekstra de slotfase inluidt, heeft V en V de twintig te pakken: 20-10. V en V scoort nog twee keer, Olympia komt niet verder dan die tien en dus wordt het uiteindelijk 22-10.

moeilijk
Na afloop praat ik even na met José Berkenbosch, de coach van Olympia. “Het wordt een lastig seizoen voor ons”, kijkt ze alvast vooruit, “ik hoop dat ik een paar geblesseerden op korte termijn terugkrijg, maar vanavond kwam we tegen V en V gewoon te kort. Dat is een ploeg die waarschijnlijk wel mee gaat doen om de prijzen in deze poule, wij moeten er alles aan doen om erin te blijven. Maar aan de instelling mankeert het niet, ook niet op de training, iedereen doet z’n uiterste best en meer kan ik eigenlijk niet vragen.”

Binne Kramer